14: The Ordinary People Issue
Over Ordinary People, Donald Sutherland, Chinatown en Jeroen Krabbé, AMP van de week: Mulholland Drive.
Inleiding
Jeroen Krabbé is een van de drie Nederlanders die een rol in een James Bond film hebben gespeeld. In The Living Daylights speelt hij een overlopende Russische generaal. Vandaag bespreek ik die rol, als een van mijn favoriete 007 villains. Toen Kiefer Sutherland op donderdag 20 juni via social media liet weten dat zijn vader na een lang ziekbed was overleden, ging er een flinke schok door filmliefhebbers. Donald Sutherland was een acteur die iets wist te maken van iedere rol die hij speelde, groot of klein. Of het nu een kleine rol als pyromaan (Backdraft), insider in het Pentagon (JFK) of helderziende (Murder by Decree) is, voor Donald Sutherland bestonden er geen kleine rollen. Daarom bespreek ik deze week een van zijn films die een diepe indruk op me heeft gemaakt: Ordinary People Daarnaast een kort portret over Sutherland en aandacht voor Chinatown - die deze week vijftig jaar geleden uitkwam.
Ordinary People
Na twee familietragedies beginnen de geordende levens van een echtpaar uit de hogere middenklasse: Calvin en Beth Jarrett (Donald Sutherland en Mary Tyler Moore) en hun jongste zoon Conrad (Timothy Hutton) langzaam uiteen te vallen, waarbij elk gezinslid op zijn eigen manier worstelt om in het reine te komen met wat er gebeurd is. Er zit veel eerlijkheid in de manier waarop het verhaal wordt verteld, waardoor het des te aangrijpender wordt. Veel van het potentiële melodrama wordt omzeild terwijl het de toch al kwetsbare familie verkent die langzaam uit zijn voegen begint te vallen. In deze film schuilt namelijk het gevaar dat het verhaal en/of het acteren melodramatisch wordt, maar dat wordt het gelukkig nooit. De traumatische gebeurtenissen doemen groot op de achtergrond op, waardoor een onuitgesproken en altijd aanwezig gevoel van verlies ontstaat, een gevoel dat zich door de hele film heen doordringt, waarbij elk lid van de familie op zijn eigen manier is losgekoppeld van zowel de buitenwereld als van elkaar. De olifant in de kamer heeft deze familie verscheurt.
Het duurt even voordat de film op gang komt, waarbij het begin een beetje fragmentarisch aanvoelt, maar hij wordt steeds sterker en sterker, waardoor de verschillende stukken worden opgebouwd tot een web van spijt, herinneringen en spijt die zo goed bij elkaar passen. De structuur telegrafeert vooraf veel verhaalbeats, dus het kan een beetje voorspelbaar aanvoelen, maar regisseur Robert Redford weet in zijn eerste door hem geregisseerde film echt de kernemotie binnen elke scène te vinden, waardoor ze allemaal kunnen worden gecombineerd tot één effectief en steeds krachtiger geheel. De regie soms een beetje ruw, maar Redfords investering in het verhaal komt echt over op het scherm, waardoor het publiek geleidelijk in deze stille wereld van privileges en repressie wordt gebracht die op het scherm wordt opgeroepen. Hoewel zijn stijl niet flitsend is en vrij conventioneel blijft, zorgt deze meer ingetogen aanpak ervoor dat de acteurs in het middelpunt van het geheel kunnen schitteren, waarbij zijn eigen acteerervaring ervoor zorgt dat de uitvoeringen zo authentiek aanvoelen
Timothy Hutton won een Oscar voor deze rol, en hij is fenomenaal - hij laat de tegenstrijdige emoties zien die Conrad verscheuren terwijl hij tegelijkertijd wanhopig probeert deze emoties op te bergen. In de loop van de film leert hij geleidelijk hoe hij zich moet openen en het gewicht van de wereld van zijn schouders kan halen, en het is ongelooflijk ontroerend om te zien hoe hij langzaam terugkeert naar de realiteit en zich weer wil verbinden, waarbij Huttons rauwe optreden zoveel toevoegt. intensiteit en emotie aan de film. Judd Hirsch is uitstekend als de psychiater die Conrad behandelt. Hij is een ongelooflijk warme aanwezigheid in de film, die er geleidelijk in slaagt zijn onrustige patiënt te laten ontdooien, waardoor Conrad weer in contact komt met zijn lang onderdrukte gevoelens. Dit leidt tot een aantal krachtige scenes, die louterende momenten zijn voor zowel het publiek als de personages. Elk lid van de Jarrett-familie moet zijn eigen, lang sluimerende emoties onder ogen zien om een gevoel van afsluiting te vinden. Het is bitterzoet om opnieuw verbonden te worden met deze gevoelens, maar alleen door ze te confronteren en de zelfopgelegde muren die ze hebben opgebouwd te doorbreken, kan ieder van hen zijn verdriet onder ogen zien. Het is overduidelijk dat waar Conrad vuur is, zijn moeder ijs lijkt te zijn.
De film laat zien hoe positieve en negatieve emoties samen moeten bestaan, en er zit iets geruststellends in deze boodschap. Door te proberen beide kanten te verbergen, wordt alle pijn van Jarrett veroorzaakt, en de film onderzoekt dit, waarbij hij zich verdiept in deze bitterzoete emoties op een manier die niet probeert te kiezen voor een gemakkelijke oplossing. Donald Sutherland speelt een krachtige rol als de vader in het gezin: hij speelt zo natuurlijk en heeft een ingetogen zachtheid in het personage gevonden - tegelijkertijd neemt het personnage langzaam aan kracht toe naarmate het verhaal vordert. De tragere benadering van dit personage zorgt ervoor dat hij zich soms een beetje buitenspel voelt in het gezin, maar het past perfect bij het personage: een rustige en bescheiden vader die beseft dat het zoeken naar het pad van de minste weerstand niet noodzakelijkerwijs het beste voor zijn gezin is. Ik kan me geen andere acteur in deze rol voorstellen dan Sutherland. De oorspronkelijke keuze voor deze rol was Gene Hackman - die verhinderd was wegens Superman II -, maar Sutherland speelt uitstekend, vooral in dat prachtig ingetogen laatste shot, dat ik echt aangrijpend vond.
De film hanteert een verfrissend heldere benadering van het moeilijke onderwerp en weigert gemakkelijke oplossingen te bieden voor de problemen waarmee men wordt geconfronteerd,. In tegenstelling tot de andere twee personages zien we van Beth (Mary Tyler Moore) nooit echt waar ze meer worstelt, waardoor Moore echt de aangeboren kilheid van het personage toont. Afgesneden van haar emoties en geobsedeerd door het ophouden van goede schijn, is Beth niet in staat enige echte genegenheid te tonen voor de mensen die het dichtst bij haar staan. optredens. Er is de scène aan het einde waarin Beth instort, en dat is een fenomenaal klein moment waarin Moore deze stroom van emoties speelt alsof er een dam in haar is gebroken, des te tragischer gemaakt door het onvermogen van het personage om op de juiste manier te laten deze gevoelens eruit. Ik had, zonde riets af te willen doen aan Moore’s uitstekende werk, graag willen zien wat de eerste keus voor deze rol met deze rol had gedaan, maar Natalie Wood was ook niet beschikbaar. Ook in deze film: Elizabeth McGovern (Downton Abbey) in een van haar vroegste rollen.
Scriptschrijver Alvin Sargent heeft uitstekend werk gedaan met het bewerken van de gelijknamige roman van Judith Guest. Het kostte me door de jaren heen tijd om Ordinary People geheel te waarderen, maar gaandeweg raakte ik steeds meer geabsorbeerd door de prachtig geobserveerde kijk van het verhaal op verbondenheid en verdriet. Hoewel sommige delen niet zo ontwikkeld zijn als andere, is de film ongelooflijk ontroerend, met een echte emotionele impact die vandaag de dag nog steeds standhoudt.
Er is geen triomf of grote verzoening aan het einde van de film, maar pijn en een snikkende belofte van ouderlijke liefde. Ordinary People gaat niet over een moeder die haar gevoelens niet kan tonen. Het gaat over getraumatiseerde mensen die hardop moeten zeggen dat ze pijn hebben en hulp nodig hebben, dat ze het niet alleen kunnen.


Donald Sutherland
Donald Sutherland (1935-2020) was een van die acteurs die altijd genomineerd lijken te zijn voor een Oscar, ook al zijn ze dat niet. Net als Mia Farrow of John Goodman heeft Sutherland in zoveel bekroonde producties gespeeld dat hij zich het soort persoon voelt bij wie de woorden 'Academy Award genomineerde' vóór zijn naam in trailers had moeten verschijnen. Sutherland was bijna een instituut van de Amerikaanse cinema, zijn filmografie zit vol met historisch belangrijke titels. Ik heb geprobeerd een lijst met zijn tien beste films te maken, en ik ben erg lang bezig geweest. Met zijn ingetogen spel kon Sutherland fenomenale rollen neerzetten.
Hij brak als acteur door in Robert Altman’s MASH, naast Elliott Gould. Met 'Klute' uit 1971, een thriller/karakterstudie geregisseerd door Alan J. Pakula en met Jane Fonda in de hoofdrol, ontwikkelde Sutherland zich als een geloofwaardige romantische hoofdrolspeler. In Klute spelt hij een onrustige detective die verliefd wordt op een callgirl (Fonda) die hij beschermt tegen een seriemoordenaar. Fonda gaf Sutherland later de eer voor haar Oscarwinnende optreden als beste actrice. Via Fonda en hun kortstondige romance raakte Sutherland betrokken bij Vietnam Veterans Against the War. In Don’t Look Now van Roeg - nog steeds een must see - speelt Sutherland samen met Julie Christie een echtpaar dat trauma’s uit de weg wi gaan en naar Venetië gaat om te werken. Don’t Look Now is een van de hoogtepunten van de jaren ‘70, wat echt iets wil zeggen. Met de legendarische regisseur Federico Fellini maakte hij Casanova, met Bernardo Bertolucci maakte hij Novecento. Andere opmerkelijke rollen zijn onder meer in Murder by Decree, de Agatha Christie verfilming Ordeal by Innocence, The Italian Job, The Great Train Robbery en de hoofdrol in Philip Kaufmans remake uit 1978 van Invasion of the Body Snatchers. In een van zijn beste televisie-rollen speelde Sutherland Clark Clifford in John Frankenheimer’s Path to War, over Lyndon B. Johnson en de Vietnamoorlog. En vergeet vooral niet de zich wat op de achtergrond houdende vader van heel veel dochters in Pride en Prejudice.
Naast talloze films is hij ook bekend door zijn werk in de videoclip voor de song Cloudbusting van Kate Bush. Hierin speelde hij de bioloog/natuurkundige Wilhelm Reich die een machine kon bouwen die de atmosfeer dusdanig zou kunnen beïnvloeden dat deze wolken en regen zou veroorzaken. Kate Bush maakte een vader/zoon verhaal van de song en wat mij betreft is de clip een van de beste clips van de jaren ‘80.
Het voelt als met reuzesprongen door een loopbaan van 67 jaar lopen, maar wat Sutherland voor film heeft gedaan is niet te onderschatten. Of toch wel? Hij won nooit een Oscar. Even teug naar Ordinary People: Mary Tyler Moore won een Oscar (beste vrouwelijke actrice), Timothy Hutton won als twintigjarige een Oscar (beste mannelijke bijrol), maar Sutherland als enige hoofdrolspeler niet. Hij kreeg pas in november 2017 een Lifetime achievement Oscar. Hier kan je zijn uitgebreide, negen minuten durende dankwoord zien. Het is een erg mooi fragment. Mooie woorden over en voor Sutherland in The Guardian, waar Peter Bradshaw schrijft: Donald Sutherland was an irreplaceable aristocrat of cinema. En hier een stukje uit de aflevering van 60 minutes met een interview met Sutherhand.
Als ik aan Sutherland denk, denk ik aan Alec Guinness, Peggy Ashcroft, Richard Burton en Vanessa Redgrave- dat soort statuur acteurs, acteurs die met het minimale het maximale konden bereiken, acteurs die met ingetogen spel enorm veel indruk konden maken, maar er tegelijkertijd ook in hun rol qua spel konden ontploffen. A life well lived, noemde Kiever Sutherland het leven van zijn vader. A life well lived indeed.
Chinatown
Deze week is het vijftig jaar geleden dat Chinatown in de bioscopen ging draaien. Het is tegenwoordig geen pretje is om over Polanski te schijven, maar tegelijkertijd kan zijn bijdrage aan film niet weggegumd worden. Als je het over film noir hebt - of beter neo fim noir -, dan zal Chinatown onvermijdelijk ter sprake komen: velen beschouwen Chinatown als een van de beste voorbeeld van het genre. Een van de verhaallijnen in Chinatown is waargebeurd - de film is ook te zien als een dramatisering van de wateroorlogen die ooit Los Angeles overnamen. Het karakter van Hollis Mulwray (Darrell Zwerling) is kenneijk gebaseerd op William Mulholland, de hoofdinspecteur en hoofdingenieur van het Los Angeles Department of Water and Power. De weg Mulholland Drive is naar hem vernoemd.
Chinatown grijpt zoals weinig andere films de rijke geschiedenis in. Het Los Angeles van de jaren dertig biedt een goudmijn aan esthetiek, gebeurtenissen en controverses. De Wateroorlogen en de controverse rond William Mulholland hebben grote invloed gehad op het fascinerende verhaal van Chinatown. Zo'n basis vereist uitmuntendheid, en uitmuntendheid is wat deze film brengt. Sinds ik Chinatown voor het eerst heb gezien, is de filmmuziek van Jake Goldsmith in mijn geheugen gegrift. Net als die laatste druppel water in een woenstijn: je wilt nooit dat Chinatown eindigt.
Personages definiëren cinema en Chinatown is zo’n film met veel sterke personages. Jack Nicholson, Faye Donaway en John Huston zijn kolossale figuren in de geschiedenis van film. Noah Cross is het ultieme kwaad in Chinatown. Een mindere acteur in die rol had de film echt kunnen hinderen. Gelukkig wordt deze rol gespeeld door John Huston, die echt indruk maakt. Huston heeft in zijn carrière aardig wat acteerwerk gedaan, maar hij staat vooral bekend als regisseur.
Ik hou van elke bocht die Chinatown neemt, maar ik waardeer de duisternis het meest. De ruwe elementen van en in de film worden niet overschaduwd, ze blijven hangen. Het leven bestaat niet alleen uit zonneschijn en regenbogen, en Jake Gitties (Jack Nicholson) raakt in Chiantown telkens weer verwikkeld in een regenbui. En dan die laatste zin van de film. De laatste regel van een film is belangrijk, omdat deze het publiek met de juiste emotionele noot de zaal uit stuurt. Het hebben van een perfect einde zorgt ervoor dat de film lang nadat hij voorbij is in het hoofd van de kijker blijft hangen. De laatste regel vcan Chinatown an zich meten met de laatste regels van films als Casablanca (1942) en Some like it hot (1959).
Er bestaan een uitstekend boek over het maken van Chinatown: The Big Goodbye Chinatown and the Last Years of Hollywood van Sam Wasson. Ben Affleck zou bezig zijn dit boek te verfilmen, maar het project lijkt stil te staan.
Jeroen Krabbé
Als Generaal Georgi Koskov is Krabbé verantwoordelijk voor een van de leukste villains in een James Bond film. We maken kennis met Koskov als hij over wil lopen van het oosten naar het Westen, vooral omdat hardliners in het Kremlin keuzes maken die de zijne niet zijn. Bond (Dalton) moet hem helpen ontsnappen - een ingenieuze ontsnappingsmethode, een bewapende beviligster die dat niet blijkt te zijn, een aanval op een veiige locatie en alles is plotseling anders. De scene, op het einde, met John Rhys-Davies als KGB Generaal Pushkin, is ijzersterk.
Als ik naar Krabbé in The Living Daylight kijk, heb ik vaak het gevoel dat hij deze rol met sardonisch genoegen heeft gespeeld. Ik kan het me ook helemaal voorstellen. Koskov is misschien niet een van de engste 007 villains, maar wel een van de meest charmante en iemand met ongelofelijk veel lef. Hubris, zelfs. Ik heb meteen weer zin om The Living Daylights op te zetten.
AMP van de week
De alternatieve filmposter van deze week is van Krzysztof Domaradzki, broer van Gabz, waarvan ik eerder de poster van Chinatown heb gedeeld. ALs je meer van het werk van Krzysztof Domaradzki wil zien: dit is zijn website.
Mulholland Drive is een van de vele hoogtpunten in het werk van David Lynch, maar misschien ook de top van zijn werk. Ik vind de poster prima bij de film horen.


Tot slot
Ik blijf nog even bij Timothy Dalton als Bond. Den of Geek heeft een prima artikel over Timothy Dalton’s tweede film als 007: License to Kill Is the Gritty James Bond Movie That Changed the Series Forever. License to Kill’s bid for “gritty realism” seemed like the end of the franchise 35 years ago. But it was really just the beginning. ‘In a sense, License to Kill is secretly the most bookish of the pre-21st century Bond flicks, partly because of its adherence to an Ian Fleming spirit, but also because aspects of the revenge story seem to echo both Hamlet and The Count of Monte Cristo. The film even makes a vague connection between Fleming’s brand of machismo and that of Ernest Hemingway by having M (Robert Brown) confront Bond at the Hemingway House in Key West toward the end of the first act.’ Uitstekend stuk.
Binnenkort komt Horizon van Kevin Costner uit, althans het eerste deel van de vier delen. Reden voor Decider om eens naar de filmografie van Costner te kijken: Is Kevin Costner Dooming Himself To Be The Captain Ahab of Westerns With ‘Horizon’? Costner komt trouwens niet terug in het tweede deel van het laatste seizoen van Yellowstone.
De jaren 90 waren peak cinema, zegt Alex van der Weij. Deels mee eens, gezien de films die Alex noemt. Hoe denk jij daarover?
We eindigen met Coppola: Francis Ford Coppola Breaks Down His Most Iconic Films.
Dat was hem voor deze week! Gratis abonneren op de nieuwsbrief van deze blog of het delen van deze blog wordt heel erg gewaardeerd. Tot volgende week, dan gaan we varen, terug in de tijd.