73: The Shadow of a Doubt Issue
Over Shadow of a doubt en West Side Story. AMP van de week: Dune.
Shadow of a doubt
Shadow of a doubt (1943) is een duistere en verfijnde film Hitchcock’s baanbrekende verhaal over familiemysterie en psychologisch melodrama laat prachtig zien hoe verraderlijke horror zich zelfs in de meest idyllische omgeving kan verschuilen. Oom Charlie (Joseph Cotten) arriveert bij zijn oudere zus en haar familie in het slaperige Californische stadje Santa Rosa. Hij is geliefd bij iedereen, vooral bij zijn tienernichtje dat zelfs naar hem vernoemd is (Teresa Wright), en al snel vestigt hij zich niet alleen als deel van de familie, maar ook van het stadje zelf, totdat er twee vreemde mannen arriveren die zich voordoen als tijdschriftjournalisten en op een vreemde manier gefixeerd raken op Cotten en zijn verleden. En al snel wordt duidelijk dat ze daar misschien wel een goede reden voor hebben... of toch niet?

Op 5 mei 1942 ontmoette Alfred Hitchcock echter Gordon McDonell, die een verhaal inzond met de titel 'Uncle Charlie'. Hitchcock was enthousiast en het idee raakte in een stroomversnelling. Voor Shadow of a Doubt had Hitchcock een echt Amerikaanse scenarioschrijver nodig. Thornton Wilder, een Pulitzerprijswinnaar wiens toneelstuk Our Town door Hitchcock bijzonder gewaardeerd werd, werd benaderd. Samen ontwikkelden ze een coherent scenario gebaseerd op McDonells beknopte verhaal - dat niet verder van Our Town af kon staan. Hitchcock situeerde de film op een moment dat zijn moeder stervende was in Engeland, en het is geen toeval dat de moeder in Shadow of a Doubt dezelfde voornaam heeft als Alfred Hitchcocks moeder: Emma. De jonge Charlie en haar oom hebben dezelfde voornaam, en deze dualiteit is het symbool van de symmetrie waarop de film is gebouwd. Charlie en haar oom lijken verbonden door een mysterieuze telepathiem alsof ze slechts twee tegenovergestelde kanten van dezelfde medaille zijn. Charlie zou het kwaad belichamen, zijn nichtje het goede.
Oom Charlie is een slecht mens. Visuele verwijzingen benadrukken dit voortdurend. We zien hem liggend op een bed met de gordijnen dicht, een soort Dracula die wacht tot de duisternis invalt. Zijn mysterieuze vlucht wanneer hij door de politie wordt gevolgd, zoals de kooi waarin hij reist, of de zwarte rook die uit de trein ontsnapt -al deze details roepen het karakter op van Duitse expressionistische fantasyfilms. Het beeld zelf, met zijn omgekeerde kadrering waar de muren diagonaal terugwijken, versterkt dit expressionisme. Als een vampier verspreidt oom Charlie het kwaad als een besmetting. Het hele gezin lijkt besmet met de ziekte. Zelfs de vader ontwikkelt de kunst van het doden van anderen tijdens zijn eindeloze discussies met Herbie. Hun onwetendheid zelf is een extra vector die het kwaad verergert, bijvoorbeeld wanneer ze Charlie vragen een lezing te geven in de Vrouwenclub, wat neerkomt op het toelaten van de wolf in de schaapskooi.
Goed en kwaad reageren op elkaar, kruisen elkaar en verstrengelen zich. Deze mix wordt onderstreept door talloze crossoverscènes. Zoals François Truffaut in zijn boek over Hitchcock opmerkte, is Shadow of a Doubt gebaseerd op het getal twee. Een liegende Charlie krijgt antwoord van een liegende nicht; de twee sturen een telegram; twee rechercheurs onderzoeken twee verdachten; de film bevat twee kerkscènes, twee garagescènes, twee maaltijdscènes, twee moordpogingen, enzovoort. Deze crossovers zorgen voor een zekere verwarring. Niets is helemaal wit en niets is helemaal zwart, lijkt Hitchcock ons te vertellen, terwijl hij de noodzaak benadrukt om helder te blijven. Door zijn blindheid was het kleine stadje Santa Rosa niet in staat om Oom Charlie te herkennen voor wie hij was. Maar om het kwaad effectief te bestrijden, moet je het kennen. Aan het einde van de film laat Hitchcock de politie-inspecteur zeggen: ‘De wereld heeft leiding nodig, het is af en toe een beetje gek.’ Dit idee was destijds krachtig, omdat het werd geuit in de tijd dat de Verenigde Staten deelnamen aan de Tweede Wereldoorlog.
West Side Story
Twee straatbendes botsen in de West Side van New York. De Jets, blanke mannen van bescheiden afkomst, worden geleid door de onverbiddelijke Riff. De Sharhs zijn Puerto Ricanen, aangevoerd door de vurige Bernardo. Omdat ze niets te doen hebben, grijpen deze jongeren elke kans aan om te vechten. Maar ondanks het heersende racisme worden Tony, een voormalige Jet, en Maria, Bernardo's zus, verliefd. Het budget van zes miljoen dollar geeft aan de film zeer ambitieus wordt aangepakt. Er zijn sterren overwogen, zoals Audrey Hepburn, maar zij is in verwachting, wat een gelukwas voor Natalie Wood - die de rol dan ook uitstekend zal invullen. Voor de rol van Tony werden Elvis Presley en Warren Beatty genoemd, maar de regisseurs kiezen uiteindelijk voor Richard Beymer, een vrijwel onbekende. George Chakiris, die de rol van Riff op het toneel speelde, wisselt van kant om Bernardo te spelen. En de rol van Anita wordt gegeven aan Rita Moreno, de enige actrice in de film die daadwerkelijk Puertoricaans is.

De opening van West Side Story (1961) is in het heden nog net zo goed als vroeger, een fantastisch filmmoment waarin de integratie van de dansers in de New Yorkse setting verbluffend is. Ook Natalie Woods eerste song is nog steeds even ontroerend. Richard Beymer is helaas minder overtuigend, ondanks de onmiskenbare verleidingskracht van ‘Maria’. De immigratie naar Amerika, leidde tot aanpassingsproblemen voor nieuwkomers die hun tradities wilden behouden en voor jonge Amerikanen die hun identiteit fel verdedigden. Dit alles vond een echo in de meeste huiskamers dankzij de televisie, dat een levendiger beeld had dan het nieuws dat tot dan toe in de bioscoop werd uitgezonden. De problemen van deze opkomende generatie werden weerspiegeld in films als Rebel Without a Cause of The Wild Ones. Zo was de wereld tegen het einde van de jaren vijftig in rep en roer, klaar om te exploderen onder de impuls van dit besef dat al een nog verre globalisering inluidde. Dit alles onder de revolutionaire accenten van een eveneens nieuwe rockmuziek, die zich uitte op tot dan toe onbekende, verhevigde ritmes.
Het was in deze compleet nieuwe dynamiek dat West Side Story als musical op 26 september 1957 zijn debuut maakte. Het vertaalde de problemen van jongeren van de nieuwe generaties in moderne en realistische termen, zonder antwoorden te bieden op de vragen die zij zichzelf stelden. Vragen die bovendien vaak werden opgelost door stedelijk geweld in plaats van door dialoog en begrip. In het begin, rond 1953, was het idee van de makers (Bernstein en Robbins) om hun stuk te situeren in de wijken van New York City en er een conflict van te maken tussen de religieuze groeperingen die ertegen waren. Hun Juliet zou een jong Joods meisje zijn, en hun Romeo een jongen uit een goed katholiek gezin. Het stuk kreeg toen de titel East Side Story om de setting waarin de actie zich afspeelde te benadrukken. Bernstein had zichzelf de taak gegeven om de muziek en de teksten van de liedjes te schrijven. Maar naarmate de tijd verstreek, raakten ze steeds minder in staat om hun onderwerp echt te begrijpen, en uiteindelijk lieten ze het project liggen.
De film blijft een shot pure, emotionele adrenaline, zelfs na Spielbergs superieure remake uit 2021. Er zijn zoveel onvergetelijke momenten: die adembenemende openingsscène en danssequentie, de dansnummers, Maria's bijna-verkrachting (zijn tijd ver vooruit in de weergave van racisme, vrouwenhaat en seksueel geweld, zonder gratuit of uitbuitend te zijn), Sondheims poëzie gecombineerd met Bernsteins sublieme muziek. Ik heb de toneelversie van deze show al vaak gezien, en het grootste probleem is het vinden van acteurs die de teksten recht kunnen doen. Sondheim beschrijft een liefde die apocalyptisch is in al zijn puurheid: de hemel splijt open, sterrenstelsels tuimelen over elkaar heen, sterren staan stil aan de hemel. Het is een onmogelijke opdracht voor acteurs die, noodgedwongen, zo jong zijn. Maar Richard Beymer en Natalie Wood laten je nog steeds geloven in de liefde: ze zijn jeugd en schoonheid en het kloppende hart van de kindertijd dat wegvalt. En hun geloofwaardigheid maakt al het andere ook geloofwaardig. Rita Moreno zet een terecht legendarische prestatie neer. Haar laatste blik op de Jets, terwijl ze Docs winkel verlaat, is meedogenloos en haatdragend. Iedereen is veranderd door de gebeurtenissen in deze film, maar misschien wel niemand meer dan Anita, en haar evolutie is anders dan die van de scherpzinnige maar vrolijke geliefde die ze is als we haar voor het eerst zien, tot de gekwetste engel van bitterheid die we zien als we afscheid van haar nemen. George Chakiris doet het ook uitstekend als Bernardo, maar ik denk dat ik Russ Tamblyn als Riff verkies; hij is jongensachtig, grappig, gevaarlijk en zo'n effectieve leider van zijn crew.
Er zijn ook enkele delen van de film die niet zo goed werken - het tempo van de film lijdt eronder in de lange stukken tussen de dans en de climax. Vrijwel alle volwassen personages zijn tweedimensionaal - zelfs Doc, die wat sympathieker zou moeten zijn. En hoe visueel prachtig de esthetiek van de film ook is, een vergelijking met Spielbergs remake is onmogelijk zonder op te merken hoe traag de camerabewegingen aanvoelen. Hoe dan ook, het blijft een cinematografisch meesterwerk dankzij de oprechtheid, de puurheid van geest, de kinetische choreografie en – waarschijnlijk de grootste troef – de Sondheim/Bernstein-factor. Een van de meest ontroerende filmmusicals ooit gemaakt.
AMP van de week
De tweede poster in de korte reeks van drie AMP’s van Stan & Vince is een poster voor Alejandro Jodorowsky's Dune - een film die nooit gekomen is, maar waar over het maken van de film wel een documentaire is gemaakt. Hier kan je er meer over lezen.
Tot slot
Bud Spencer en Terence Hill - de Vier Vuisten - waren in de jaren 70 en 80 erg populair. Op Kickstarter is er een project om een boek te financieren: The Adventures of Bud Spencer & Terence Hill.
In 2013 kocht ik de hardcover-versie van The Greatest Movies You'll Never See: Unseen Masterpieces by the World's Greatest Directors. Onlangs heb ik hem herlezen en ik kan hem nog steeds aanbevelen.
Een prikkelende column over de James Bond franchise: Denis Villeneuve, Director of the ‘Dune’ Films, Has the Chance to Bring the James Bond Series a Quality It Has Lost: Danger.
James Cameron calls Christopher Nolan’s Oppenheimer a ‘moral cop-out’: ‘ The Titanic director, who is planning an adaptation of nonfiction book Ghosts of Hiroshima, says Nolan’s film ‘dodged the subject’ of the atomic bomb’s devastating impact on that city.’
Filmmuseum Eye heeft een retrospectief met betrekking tot de films van Akira Kurosawa. In de Volkskrant: Wat maakt de films van de briljante regisseur Akira Kurasawa zo vooruitstrevend – óók na 70 jaar?
Laat je onderdompelen in een documentaire over de enige film die acteur Charles Laughton heeft geregisseerd. Charles Laughton directs The Night of the Hunter.
Morgen wordt Eva Marie Saint (On the Waterfront, North by Northwest) 101 jaar oud. Hieronder een getoetste gesigneerde foto die ik een paar jaar geleden op een boekenmarkt heb gekocht.
Dat was hem weer. Volgende week verder! Bedankt voor het lezen!