12: The Jaws Issue
Over Jaws, Donald Pleasence, Hope and Glory en Judi Dench. AMP van de week: drie Jaws posters.
Het is vandaag 9 juni, de geboortedag van J.A. Bogert-Spruit (1909-2000), mijn grootmoeder van vaderskant. Ik schreef in de Inleiding al over haar en het lijkt me en prima gelegenheid om dat vandaag weer te doen. Twee weken geleden ben ik begonnen met het onderdeel Favoriete Bond-villain of -vrouw. Vorige week schreef ik over Karin Dor, deze week blijven we bij You Only Live Twice. Dame Judi Dench is uiteraard een Bond-icoon, maar ze is veel meer dan dat. Maar we beginnen echter met een film die uiteindelijk de allereerste zomerblockbuster zou worden: Jaws.
Jaws
Het verhaal is bekend: een zomerplaatsje wordt geterroriseerd door een haai. Het is het voor het stadje broodnodige toeristenseizoen, dus de burgemeester staat niet te springen om de stranden te sluiten - ook als er al slachtoffers zijn gevallen.
In Jaws worden we geconfronteerd met horizonlijnen, de schittering boven en van het water, vallende sterren, rook, golven en beelden van wat er in en onder het water waan de hand is. Jaws vindt zijn oorsprong in de overweging dat we, met al de technologische vooruitgang, nog steeds niet het sterkste wezen in de natuur zijn en dat we nog steeds gemakkelijk en gruwelijk door de natuur kunnen worden gedood. Als we het over leeftijd hebben, is Jaws voor mijn generatie een van de belangrijkste films, zoals Citizen Kane dat voor een andere generatie was. Jaws sluit je op in een nieuw soort cinema, het biedt een visuele en formele structuur die onbewust een soort onderwerping verlangt, waarbij elk instrument - een geluid, een beeld - op brutale wijze een gevoel van en in de film creëert: de film heeft zijn eigen stemming of toon. In zekere zin is Jaws de vader van de moderne filmervaring: de blockbuster, die afhankelijk is van volledige onderwerping aan de activiteit op het scherm, die af en toe nodig is om ‘je hersenen uit te zetten’ (het verschil is dat Spielberg je niet vraagt om je hersens uit te zetten, maar de film zoveel mogelijk te ervaren). Het effect van de film komt via je intuïtive emotionele reacties op de wat je op het scherm ziet.
Er bestaat een interview met Spielberg waarin hij zegt dat hij nooit drugs heeft gebruikt omdat hij altijd wilde geloven dat hij de controle had. In Jaws worden we niet overmand door de angst voor een gigantische haai, maar door de angst voor het onbekende, de angst voor wat we niet zien. Alles wat onkenbaar of onbekend kan zijn (hier: een gigantische grote witte haai die bijvoorbeeld op de bodem van de oceaan op de loer ligt) kan doordringen in wat wij denken dat veilig is en veiligheid zonder zekerheid is angstaanjagend. De film Jaws is een ongelooflijke prestatie voor iemand die nog maar 26 of 27 jaar oud was toen hij de film regisseerde. Er is onder bepaalde filmcommentatoren een onterechte neiging om Spielberg’s capaciteiten als filmmaker te bagatelliseren omdat zijn films oppervlakking zouden zijn. Je zou zulke critici á A Clockwork Orange alle films van Spielberg achter elkaar laten zien. Er is een politieke figuur in de film - de burgemeester - die weigert de haai te erkennen, omdat het erkennen ervan touristen zal afschrikken, waardoor de welvaart van het stadje op het spel staat. Je zou er bijna een allegorie voor andere ontwikkelingen in zien.
Jaws was een revolutie in het filmmaken en een argument om twintigers en dertigers de vrije hand en geld te geven hun cinematografische dromen waar te maken. Dit zijn helaas andere tijden - we leven in een tijd waarin risico’s zoveel mogelijk geminimaliseerd worden, wat heel veel niet-geïnspireerde, niet inspirerende en slechte films oplevert. Maar genoeg daarover. Ik reageer nog steeds op Jaws op dezelfde manier als vroeger. De opening, voordat het eerste slachtoffer het leven laat. We komen bij een strand, waar de golven breken terwijl op de achtergrond een zonsondergang voortduurt. De natuur, volkomen onverschillig ten opzichte van wat er gaat gebeuren. Er is voor mij in de bioscoop niets wat angstaanjagender is.
Als je over Jaws wil lezen, kan ik je met name het boek Jaws :Memories From Marthas Vineyard. A Definitive Behind-the-Scenes Look at the Greatest Suspense Thriller of All Time aanraden. En hier kan je een lang interview met Spielberg over Jaws lezen: “Jaws Became a Living Nightmare”: Steven Spielberg’s Ultimate Tell-All Interview.
Donald Pleasence
Net als bij Dr. No komen we in You Only Live Twice de schurk op de achtergrond pas in het laatste deel van de film tegen. Ernst Stavro Blofeld is S.P.E.C.T.R.E. #1, het brein en de leider van de organisatie die Bond het leven zuur heeft gemaakt - en omgekeerd.
Donald Pleasence (1919-1995) is voor mij dé Blofeld. Hij is koel, ijzingwekkend en berekenend. Hij straalt uit dat hij - en niemand anders - S.P.E.C.T.RE. is. Het verschil met de andere acteurs die Blofeld hebben gespeeld, kon niet groter zijn. Telly Savalas was aardig in On Her Majesty’s Secret Service, Charles Gray was slechte camp in Diamonds are Forever en Christoph Waltz was als Blofeld (Brofeld?) in Spectre en No Tie To Die bepaald niet indrukwekkend. Misschien had de 007-franchise het wat Blofeld betfeft het bij de openingscenes van For Your Eyes Only moeten houden: hup, die schoorsteen in en niet meer over praten.
Net als veel andere Bond-acteurs uit de jaren 60 en 70, heeft ook Pleasence in de Tweede Wereldoorlog gevochten: hij diende als vliegtuigradio-operator bij een squadron van het RAF Bomber Command, waarmee hij bijna zestig aanvallen uitvoerde boven bezet Europa. In augustus 1944 werd zijn vliegtuig boven Frankrijk neergeschoten, en hij werd gevangengenomen en opgesloten in het Duitse krijgsgevangenenkamp Stalag Luft I - een ervaring die hij gebruikte voor de fantastische film The Great Escape. Andere uitstekende films van Pleasence zijn THX-1138, A Breed Apart, Look Back in Anger en de Beatles film Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Daarnaast is hij uiteraard bekend als acteur in hoororfilms, zoals de Halloween-films (hij speelde in vijf Halloween films), Prince of the Darkness en Dario Argento’s Phenomena.
Hope and Glory
Vandaag is het 9 juni 2024, de geboorte dag van Johanna Aria Bogert-Spruit, mijn grootmoeder van vaderskant. Ergens in 1987, ik ben de datum vergeten, vroeg mijn grootmoeder of ik met haar meeging naar Hope and Glory in de kleine plaatselijke bioscoop in Dordrecht. Het bleek een geweldige herinnering die ik tot op de dag van vandaag koester. Hope and Glory is gebaseerd op de herinneringen van regisseur John Boorman (Excalibur, Deliverance). Het verhaal begint vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Billy is een zevenjarige jongen die met zijn ouders, zijn twee zussen en zijn tantes in een buitenwijk van Londen woont. Als de oorlog uitbreekt, wordt vader Clive opgeroepen om het vaderland te dienen. Billy blijft achter met de rest van de familie. Boorman observeert de verbazing van een jongen die opgroeit in het surrealistische landschap van het door bommen getroffen Londen in de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog. Omringd door de intense emoties van volwassenen, die hij maar half begrijpt, heeft de jongen zijn eigen visie op de wereld. Hope and Glory is een prachtige film. Rijke cinematografie en eersteklas acteerwerk werden door Boorman beide tot een film gesmeed, zonder compromissen of valse sentimenten. De eindscène - bij de school - is gewoonweg glorieus.
Naderhand wilde mijn grootmoeder thee drinken in een plaatselijke konditorei - terwijl de thee vloeide vertelde ze mij voor het eerst zelf over haar oorlogservaringen - over hoe ze de oorlog doorkwam zonder mijn grootvader, die het te druk had voor zijn gezin omdat hij tegen de Nazi’s vocht. Ze vertelde over haar zoektocht in het gebombardeerde Rotterdam, een paar dagen na de bevrijding, om erachter te komen of een van haar nichten het had overleefd. Toen we jaren later Rossellini's Rome, Open City keken, deed het haar denken aan die tijd in Rotterdam. Films die onze emoties raken of ons aan het denken zetten of ons afvragen, zijn goede films. Films die herinneringen oproepen of tot goede gesprekken leiden, zijn uitstekende films. Zo ook Hope and Glory.
Judi Dench
Onlangs werd bekend dat Judi Dench stopt met acteren omdat ze nagenoeg blind is. Net als haar moeder heeft ze maculaire degeneratie. Er is heel veel over Dench te vertellen. Ze begon eind jaren tachtig pas écht met acteren in films, daarvoor stond ze vooral op het toneel of speelde ze in televiseseries. Hier mijn tien meest favoriete films van Judi Dench. Ik heb het geluk gehad haar twee keer op het toneel te kunnen zien: in Shakespeare’s The Winter’s Tale in het Branagh Theatre Live project (met o.a.) Kenneth Branagh, Tom Bateman en Miranda Raison en Adam Garcia) en Peter and Alice. Over dat laatste wil ik iets vertellen omdat het de eerste was dat ik haar live op het toneel zag.
Peter and Alice werd in 2013 in het Noel Coward Theatre opgevoerd. Het stuk gaat over de enige ontmoeting tussen Peter Llewelyn Davies en Alice Liddell Hargreaves, beiden waren zij de inspiratie voor een literair figuur: Peter Pan en Alice in Wonderland. De ontmoeting vond plaats in een boekenwinkel. Dench speelde Alice Lidell, Ben Whishaw speelde Davies. We zien twee mensen die door het leven getekend zijn - de broers van Davies zijn in de Eerste Wereldoorlog omgekomen, Lidell werd door mannen zelden serieus genomen en moest haar hele leven aan een ideaalbeeld voldoen. De kern van stuk laat toch een groot verschil tussen beiden zien: waar Hargreaves enige troost kan vinden in haar herinneringen, wordt Davies zijn hele leven achtervolgd door familietragedies en de herinnering aan de stalkerige en bezitterige controle die J.M. Barrie over hem en zijn broers uitvoerde. We zien een jeugdige Alice, en jonge Peter Pan (Olly Alexander) en zowel J.M. Barrie als Lewis Carroll verchijnen.
Ik was flink onder de indruk van het stuk. Op de derde rij kreeg ik zoveel meer mee qua taal, nuances bij acteren en totaalbeeld. Het eindigde bepaald niet met een positieve noot. Dench en Whishaw toonden de pijn en de extase van roem meer dan uitstekend - de staande ovatie was dan ook terecht. Na afloop bleef ik even hangen voor de ingang om het stuk met wat Britse vrienden te bespreken - en ik was bepaald niet de enige. Het was de laatste voorstelling van Peter and Alice, en Judi Dench ging dan vaak via de voordeur naar huis (Whishaw nam gewoon de achterdeur). Ondanks dat het verschrikkelijk druk was, nam ze de tijd om alle programmaboekjes die in haar richting werden getoond, te signeren - waaronder de mijne. Op het toneel viel het me niet op, maar toen realiseerde ik me pas dat ze een stuk kleiner was dan ik dacht. Sommige acteurs stralen zoveel uit dat ze larger dan life lijken - zo ook Judi Dench. Net voordat ze klaar was met signeren verscheen er een zwarte Bentley. Nadat ze de laatste handtekening had gezet opende ze de deur, draaide ze zich om, zwaaide ze nog een keer en stapte ze in de auto. Deze klus zat erop, op naar de volgende.





AMP van de week
Het zal jullie niet verrassen dat de alternatieve filmposter van de week met Jaws te maken heeft. Er zijn heel veel alterntatieve filmposter voor Jaws gemaakt, dus heb ik mijn drie meest favoriete posters gekozen.
De eerste poster is de ‘window’poster van Phantom City Creative. Je begrijpt hierdoor meteen wat er voor de mannen op het bootje op het spel staat. In de tweede poster, van Laurent Durieux, duurt het even voor je het doorhebt, maar uiteindelijk kom je erachter dat het gevaar je recht in het gezicht aanstaart. Toen Spielberg deze poster zag, bestelde hij er onmiddelijk een aantal van voor vrienden en familie. De derde poster is van Anthony Petrie, eem prachtige kaart van de omgeving waar Jaws zich afspeelt. Er is ook een variant van - zoek die maar eens op, als je tijd hebt.



Tot slot
James Stewart vloog net als Donald Pleasence in de Tweede Wereldoorlog een ‘bomber’. Hier kan je daarover lezen: Jimmy Stewart and the WW2 Mission That Almost Broke Him.
Griffin Dunne (After Hours, An American Werewolf in London) heeft zijn memoires geschreven in The Friday Afternoon Club: A Family Memoir. Hij schrijft met name over zijn familie, waaronder over zijn vermoordde zusje, actrice Dominique Dunne (Poltergeist) en de na de moord gevolgde frustrerende rechtgang. Hijschrijft ook over zijn tante, schrijfster Joan Didion - waarover hij in 2017 een documentaire maakte (Joan Didion: The Center Will Not Hold). In The Guardian staat een indrukwekkend interview met Dunne: ‘I’ll never forgive or forget’ – Griffin Dunne on the darkness that overtook his gilded Hollywood upbringing.
Een van de leukste en bekendste bioscopen in Londen is The Prince Charles. Hier kan je een kleine geschiedschrijving van die bioscoop lezen: Midnight marathons, plastic spoons and shagging rabbits: an oral history of Prince Charles Cinema.
Het is een interview van een jaar geleden, maar Mgealopolis van Coppola moet nog uitkomen en het eerste deel van Kevin Costner’s Horizon films komt binnenkort uit, dus deel ik het: Mavericks Francis Ford Coppola And Kevin Costner On Risking Their Fortunes Bankrolling Passion Pics ‘Megalopolis’ And ‘Horizon’.
Dat was het voor deze week! Bedankt voor het lezen, wederom!
Het wordt gewaardeerd als je hem deelt of je gratis voor de nieuwsbrief van deze blog inschrijft. Tot volgende week zondag!